Over ijs in de zaal en publieksopwarming

“Maar óns publiek, dat is toch anders hoor, die ga je niet makkelijk los krijgen..”
Dit is een vaak gehoorde bezorgdheid van opdrachtgevers wanneer het gaat over de interactiviteit in onze impro-op-maat voorstellingen. Of het nu om managers, IT-ers, politici, wetenschappers, studenten uit bepaalde richtingen, ouderen, … gaat, maakt niet uit: men is er gauw van overtuigd dat de eigen mensen het tamste publiek ter wereld uitmaken.

Ondertussen zijn we voldoende gesterkt door ervaring om te garanderen dat dat wel los zal lopen. De kunst bestaat erin van bij de start écht contact te maken met het publiek, en het is vaak verbazingwekkend hoe snél dat los maken gaat. Mits enige ingrepen, de ene keer al explicieter dan de andere: jezelf aan de toeschouwers voorstellen en het opzet uit de doeken doen, hen dichterbij laten plaats nemen, even laten praten met elkaar over het thema, letterlijk in beweging zetten, hen ervan vergewissen dat de improvoorstelling niet gevaarlijk is 🙂 en laten voelen dat je er als spelers écht graag voor hen bent.

Dergelijke bezorgdheid is echter niet uit de lucht gegrepen. Het gaat hier niet over theatervoorstellingen of congressen waar mensen uit eigen keuze naartoe komen, maar om het plenaire gedeelte van events zoals verplichte studiedagen, grote personeelsmeetings, bepaalde mijlpaal-evenementen binnen een bedrijf – waar wij met impro-op-maat scènes of een voorstelling een onderdeel van zijn. Als je afgaat op hoe een publiek bij dergelijke events binnenkomt en plaats neemt, gaat dat in drie kwart van de gevallen hiermee gepaard:
– Men probeert zo ver mogelijk achteraan plaats te nemen, of toch zeker niet op de eerste drie rijen.
– Men neemt een afwachtende of in het slechtste geval sceptische houding aan eens “het” begint.
Gelukkig valt dat ijs, bij het overgrote deel van een groep toeschouwers, zoals gezegd vrij snel te smelten. Toch kan je je de vraag stellen waar dat ijs vandaan komt.. (Daar zijn massa’s antwoorden op te bedenken van allerlei aard denk ik.)

Heel recent heb ik Marc en Jan nog eens vergezeld bij een Riddershow. Ze speelden deze in het kader van een prijsuitreiking voor scholen die een “Milieuzorg-op-School”-logo verdiend hadden. Afvaardigingen van scholen uit de hele provincie kwamen afgezakt naar dit “plenair event”. Ik stond in de zaal toen de deuren open gingen. Heerlijk om de massa kinderen te zien rennen naar de voorste rijen, lach op het gezicht, bereid om zich over te geven aan een verrassend gebeuren. Van zodra de lichten in de zaal gedimd werden brak reeds een applaus los.
Toen dacht ik:
“Hoe zalig zou het zijn als mensen twintig of dertig jaar later nog steeds op deze manier de zaal van een plenair gebeuren zouden binnentreden!”

Foto: Lemmert Photograpy

http://www.unizo.be/images/foto4844623_19.jpg