Psychotherapie en Improvisatie – door Kevin Pieters

Kevin Pieters (32) is systeemtherapeut en lector, én gebeten door improvisatie..
En wij zijn blij dat hij zijn bevindingen wil delen via onze blog. Enjoy!

(Deze blog verscheen origineel op de webiste www.inspinazienue.be)

Waar zijn we mee bezig?

Hulpverlening is niet altijd problemen oplossen, maar ook dikwijls een context van nieuwe betekenissen, zingevingen en relaties creëren. Hulpverlening is zoekende in beweging zijn. Misschien is dat waar ik het voorbije jaar sterk mee bezig ben geweest. En dan misschien niet specifiek gericht op hulpverlenen of therapie. Maar vooral naar het zoeken van voeding om datgene waar ik in het IPRR (Instituut voor psychotherapeutische Relaties en Reflecties) ben in ondergedompeld, te blijven vasthouden.

Want, zo kom ik bij de filosofischere vraag: Waar zijn we (in hemelsnaam) mee bezig?

Is er nog ruimte voor:
-ont-moeting? Het niet moeten, het mogen kiezen, vrije ruimte hebben
-inspiratie? Het derde element, improvisatie, creativiteit
-het niet-sociaal wenselijke?

Of stevenen we af op een hulpverlening die:

-gedepersonaliseerd wordt ?
-geprotocolleerd wordt?
-gecontroleerd wordt?

Ik heb hier geen zaligmakende antwoord op. Enkel dat ik voor mezelf de keuze maak en hopelijk kan blijven maken om de ruimte voor ontmoeting, creativiteit en inspiratie te nemen. Om er voor te gaan staan en te zeggen dat dit het wezen is van mijn werk. Of althans hoe ik mijn werk zie. Niet verzeilend in een machtsstrijd over wiens waarheid nu het meest waarheid is. Maar gewoon vanuit een basisgevoel dat datgene wat ik te bieden heb ook waardevol kan zijn.

Het is een beetje uit deze beweging dat ik met improvisatie in aanraking ben gekomen. Improvisatie als voedingsbodem om binnen mijn huidig werk blijvend op zoek te gaan naar die ruimte. De ruimte van ontmoeting, van co-creatie, van niet te controleren zaken, van genieten, van speelsheid, van durf, van….jezelf.

Concepten van improvisatie  (Bron Interactive Improv)

Relationele actie

Improvisatie staat of valt met een collaboratieve houding gebaseerd op wederzijds vertrouwen, aanvaarding en een gedeelde betekenisgeving.

Relaties die belangrijk zijn in impro zijn de speler-speler relatie, de speler – toeschouwer relatie en re relatie van het “zelf” van de spelers. Alle drie de relaties zijn integraal verbonden aan de creatie van een scene. Improvisatie is niet louter het uitwisselen van informatie, maar het is een dynamisch proces.

Om deze relationele activiteit mogelijk te maken is een van de methodes die daarvoor gebruikt wordt de “Yes, and…”-benadering. “Yes, and…” betekent dat elke speler altijd in aanvaarding en ondersteuning van wat de ander brengt op scene staat. Maw, suggesties geboden door de ander worden aanvaard (Yes) en tegelijkertijd verder uitgewerkt (and…)

“Yes, and…” is een basishouding die elke impro-speler nodig heeft om scenes neer te kunnen zetten. Het is de fundamentele keuze om het hier en nu te accepteren en daarmee verder te gaan. De “Yes, and….” Houdt echter niet in dat er geen ruimte is voor conflicten, spanningen en meningsverschillen.

Het is uiteindelijk de relationele dynamiek tussen de spelers (en de verkenning van datgene dat wordt aangeboden) die een scene interessant maakt.

Naast aanvaarding is vertrouwen cruciaal. “The best way for a improviser to look good, is by making his fellow player look good”. Vertrouwen heeft te maken met zelfvertrouwen, vertrouwen in de ander. Het zorgt voor de nodige spontaniteit en minimaliseert de innerlijke criticus. Vertrouwen hebben gaat verder dan dat, het nodigt je uit om de nood om controle te houden over de situatie los te laten. Het daagt spelers uit om mee te gaan in wat het hier en nu brengt en het noodzaakt je om je (dominante) ideeën los te laten.

De meerwaarde in deze houding is het feit dat fouten niet gemaakt kunnen worden of dat “fouten” mee worden opgenomen in het geheel van alle acties en daardoor mogelijks net betekenis gaat krijgen. Fouten zijn als het ware dus constructies van onze innerlijke criticus en hebben eigenlijk niet met de gebeurtenis op zich te maken.

2. Contextuele inbedding

Een grondhouding die er op gericht is om in het hier en nu te zijn, in vol bewustzijn. De wereld rondom jezelf, wat je ruikt, ziet, voelt, proeft. Awareness die ervoor zorgt dat je gevoelig bent voor de context rondom je en je je gewaarwordingen versterkt. Niet zozeer om alles wat je ziet uit te vergroten, maar net om klein en zeer specifiek gewaar te worden. (vb, verandering in ademhaling, toon,…) Het planmatig bezig zijn met de volgende scene in impro, staat maw in de weg van in het hier en nu zijn. Het is opnieuw vanuit de relationele dynamiek en het vertrouwen in je medespeler dat je kan blijven focussen op wat zich aanbiedt. Een stap verder is om vanuit die sterke aanwezigheid in de context, te reageren met datgene wat in je opkomt. (authentiek reageren) Vaak komen ideeën en reacties zonder enige logische rationele verklaring en kunnen verklaringen achteraf in scene gebracht worden. (preverbale vs het rationele/verbale)

  1. Narratieve samenstellingen

“Yes, and…”, zoals hierboven besproken maakt niet noodzakelijk een verhaallijn. De “Yes, and…” maakt het vooral mogelijk om progressie in een verhaal te krijgen, om geen blokkades in een verhaal te krijgen. Om te komen tot een verhaal heeft impro nood aan een narratieve structuur. Een verhaal waar verschil en raakvlakken tussen beide spelers ontstaan. Een spel met betekenis. Een samenspel en tegenspel (cfr. Whitaker). Wanneer ontstaat er een verhaal? Als elke speler zijn karakter weet te definiëren als een 3 dimensioneel karakter. Wat zijn het personage zijn motivaties, verlangens en emoties en maak deze interpersoonlijk. Het zijn deze elementen die ervoor zorgen dat verhalen interessant worden. Over het verhalen vertellen: Improvisatie vindt geen nieuwe verhalen uit. Er is nog geen verhaal verteld dat nog niet verteld is! De inhoud van de verhalen is bijzaak. Centraal staat de relationele dynamiek tussen de spelers en het creëren van een betekenisgeving.

Relationele dynamiek wordt gevoed door emoties, betrokkenheid op elkaar, luisteren,… Een belangrijk onderdeel voor het narratieve is ‘status’ binnen de relatione dynamiek. In elke menselijke verhouding, in elke vorm van communicatie speelt macht een rol. In impro wordt die machtsverhouding omschreven als status. Een hoge en een lage status. Verstarring in de interactie treedt op als de mensen niet meer van status kunnen of willen veranderen. In de improvisatiemethodiek zullen de deelnemers voortdurend uitgenodigd worden om hun spelstatus niet als controle- maar als ontwikkelingsmiddel in te zetten. Denk binnen de psychologie aan de roos van Leary als kijk naar intermenselijke communicatie vanuit de status hoog, laag en samen, tegen. Kijk naar jezelf als hulpverlener … wat doe jij als je cliënt in een hoge status zit? Kan je zelf met je eigen status spelen of ga je steeds de ‘machtsstrijd’ aan?

“True Improvisation is a dialogue between people…a dialogue of being.”
Paul Sils

Samengevat (Van Renterghem)

Basis voor impro zit hem dus niet in technieken, dan wel in een fundamentele basishouding en die is inspirerend voor alle vormen van co-creatie:

  • Vertrouw de ander, ga uit van de beste bedoeling van de ander en zet je ten dienste van het verhaal dat zich aandient ipv het te willen beheersen
  • Wees oprecht geïnteresseerd in de kijk van de ander, verwonderd over wat ontstaat
  • Ga speels en positief in interactie met elkaar.

Improvisatie en psychotherapie

De links die ik leg tussen impro en psychotherapie moeten beluisterd worden met respect voor hun eigenheid. Ik pleit hier niet om vanaf nu in elke therapiesessie aan improvisatie te gaan doen. Improvisatie en therapie delen niet dezelfde context en bedoelingen. Improvisatie kan een bron van voeding zijn voor elke therapeut die het “zelf van de therapeut” hoog in het vaandel draagt.

Om iets over de link tussen impro en therapie te zeggen, refereer ik graag naar Virginia Satir. Standpunt van Satir: Een persoon die geleerd heeft zichzelf te waarderen zal in de gelegenheid zijn, congruent en helder te communiceren en alle problemen met respect voor de vrijheid voor elk ander persoon op te lossen. Therapie wordt in dit concept gezien als een mogelijkheid, mensen te helpen een stabiele eigenwaarde te ontwikkelen, zodat ze het aandurven hun ware ja’s en ware nee’s uit te spreken, ofwel te zeggen wat ze werkelijk vinden en willen en niet te zeggen wat ze denken dat van hen verwacht wordt.

In haar boek People Making heeft Satir over 5 vrijheden nl.:

  • De vrijheid te zien en te horen wat er op een moment werkelijk is. In tegenstelling tot wat er zou moeten zijn, geweest is of nog zal zijn.
  • De vrijheid datgene uit te spreken wat ik werkelijk voel en denk. En niet datgene wat van mij verwacht wordt of dat ik denk dat men van mij verwacht.
  • De vrijheid mijn gevoelens toe te laten. En die gevoelens niet in te ruilen voor andere. (cfr.emotioneel kwadrant…. Wat kan ik toelaten, welke emoties zijn vreemd voor mij, onwennig,…)
  • De vrijheid om datgene te vragen wat ik nodig heb. En niet altijd op toestemming te wachten.
  • De vrijheid met eigen verantwoording risico’s aan te gaan. In plaats van alleen het zekere voor het onzekere te nemen en niets nieuws te durven uitproberen.


Besluit

Via drama en theater kunnen zowel innerlijke als tussenmenselijke processen worden vertaald, waardoor er mogelijks opnieuw beweging kan komen waar stilstand was. Er kan een bron ontspringen in de leegte, een stilte kan een stem krijgen en chaos vindt structuur.

De grondhoudingen van impro waren voor mijzelf zo herkenbaar, maar ze waren meer dan dat. Tijdens het oefenen in workshops impro moest ik me echt zeer bewust worden van die bepaalde houdingen, van mijn blokkades, van mijn neiging tot controle of dominantie. Ook al heb je binnen je hulpverleningscontext intervisie en supervisie en noem maar op…het was in de context van impro-theater dat er een hernieuwd bewustzijn ontstond van een aantal voor de hand liggende basishoudingen. Want is therapie/het leven toch ook niet altijd een beetje improvisatie? In elk geval hielp impro mij om me die voeding te geven en eigenlijk opnieuw bevestiging te zien in de kracht van datgene wat doorheen 4-jaar IPRR benadrukt werd. Het zelf van de therapeut, de ont-moetig en de creatieve ruimte van betekenisgeving en co-creatie. . …